dinsdag 15 februari 2011

Timboektoe

Zondag vertrokken we naar het beruchte Timboektoe. We hadden een lange weg voor de boeg.
Het was een dag rijden en de weg was niet evident. Het was een weg van putten, stenen en veel zand.
Paris-Dakar is er niets tegen. Gevolg: een paar blauwe plekken, stijve nekken en spierpijn. Onderweg naar Timboektoe namen we de overzetboot. Ezels, geiten, kippen, alles kwam mee de boot op. Wat ons opviel was opnieuw de armoede. Deze keer werden we zelfs niet lastig gevallen door verkopers. Hier waren ze zelfs te arm om goederen aan te kopen die ze dan aan toeristen kunnen verkopen. De tocht naar de overkant van de Niger duurde een uurtje en was prachtig. We konden volop meegenieten van het leven langs de Niger. Aangekomen in Timboektoe aten en sliepen we in Hotel du Désert.

De volgende dag trokken we de stad in. We bezochten een klein museum waar oude manuscripten bewaard werden. We liepen rond de moskee van Timboektoe. Een prachtige moskee waar we jammer genoeg niet meer binnen mochten. Ook namen we een kijkje in de nieuwe bibliotheek van Timboektoe. Deze is vanbinnen nog volop in opbouw. We zagen hoe ze oude manuscripten, teksten restaureerden zodat de bibliotheek binnenkort opengesteld kan worden voor het publiek. Na deze bezoeken aten we 's middags heerlijke couscous, lekkere frietjes, tortilla,...keuze in overvloed. Na de lunch nog even de artisanale markt bezoeken. Dit was weer een hele overrompeling. De paar blanke die ze hier zjn, daar springen ze met z'n allen op. De mentaliteit in Timboektoe is ook heel anders dan in de Dogon. De mensen laten je hier niet gerust en klampen je vast.
Voor onze terugkeer naar het hotel liepen we de stad nog even door richting vredesmonument. We zagen een groepje kinderen die de Koran leerden schrijven, enkele Touareg tenten en vooral veel zand. Je begint de begrijpen waarom ze hier gesluierd en met een tulband rondlopen. De zand kruipt werkelijk overal.

We namen snel een douche in het hotel en vetrokken naar de woestijn voor de zonsondergang op een kameel. Wat een onderneming. Na een hele onderhandeling vonden we uiteindelijk enkele Touareg mannen (de mannen van de woestijn). We reden naar hun woonplaats in de woestijn waar we samen met hen thee dronken en oen begon de tocht. Niet simpel zo op een kameel rijden en zeker niet als de tocht een uur duurt.
De zon ging onder en het werd donker maar wij zaten nog steeds op onze kamelen. Bij velen begin het zitvlak toch wat pijn te doen. jaja, de poep was hier en daar wat geschaafd maar verder kwamen we er goed vanaf. Josée deelde wat kamelenzalf uit die je op de wonden kon smeren en we waren weer zo goed als nieuw. Die avond gingen we eten in La Maison. Dit is een restaurant dat wordt uitgebaat door een Franse vrouw met haar dochter. En lekker dat dit was.

Na het diner kropen we snel ons bed in want we moesten die nacht om 5u op. We vetrokken de volgende ochtend om 6u zodat we met de eerste boot mee konden. Als de boot vol is kan je makkelijk 2u wachten op een nieuwe.

De terugrit bracht wat meer ellende met zich mee: 2 platte banden, nog een paar blauwe plekken, en een spannend slippertje. Een van de chauffeurs verloor even de controle over het stuur en de jeep gleed van de weg. Gelukkig kwamen de inzittenden (Marie Jeanne, Josée, Patrick, Ann, Magda, Felix en Annie) er enkel met de schrik van af.

En zo kunnen we wel besluiten dat onze reis naar Timboektoe geen inleefreis meer was maar een heuse overlevingsreis. Maar geen paniek daar in Belgïe: we zijn met z'n allen veilig en wel aangekomen in Hotel Flandre. Morgen bezoeken we het schooltje en de medische hulppost in Nalou.

Tot dan voor nog enkele spannende verhalen